Anjou ligt precies tussen twee belangrijke geologische structuren: het Armoricaanse massief in het westen en het stroomgebied van Parijs in het oosten. Zijn landschappen zijn daarom des te gevarieerder. Vanuit geologisch oogpunt kan de regio echter in drie groepen worden verdeeld:

De zwarte Anjou samengesteld uit leistenen en Carboon in de Segréen en de Mauges ten westen van Angers. Het is de streek van de grote “dorpswijnen” van de Coteaux-du-Layon die hun onmiskenbare karakter geven aan de witte Angevin-wijnen uit Chenin;

De witte Anjou van de tuffeau in de Saumurois, in het oosten, markeert het zuidwesten van het stroomgebied van Parijs;

De Loire-vallei, die veel zand en grind brengt volgens zijn duizendjarige overstromingen, is de link tussen het oosten (het bekken van Parijs) en het westen (het Armoricaanse massief)

De toegestane variëteiten voor de Rosé d’anjou zijn cabernet franc, cabernet sauvignon, côte, gamay, grolleau, grolleau gris en pineau d’Aunis.

Voor Cabernet d’Anjou zijn alleen Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon toegestaan.

Voor mousserende roséwijnen zijn de goedgekeurde variëteiten Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Gamay, Grolleau, Grolleau Gris en Pineau d’Aunis15.

Kleur : heldere roze kleur

Geur : fruitig

Smaak : demi-sec

Voornaamste druivesoort : Cabernet Sauvignon

Schenktemperatuur : 8 à 10° C.

Suggesties : aperitief, charcuterie, barbecue, koude schotels, terraswijn